Hoe moet je flossen? Leer het met 6 praktische tips
Flossen wordt vaak aangeraden door tandartsen en mondhygiënisten. Deze aanvulling op het dagelijks tandenpoetsen voorkomt tandplak en vermindert de kans op gaatjes. Maar let op: verkeerd flossen doet meer kwaad dan goed. Bacteriën en tandplak worden zo in het tandvlees geduwd met infecties als gevolg. Vragen zoals “Hoe moet je flossen?” en “Hoe vaak moet je flossen?” krijgen we daarom vaak van onze patiënten. De belangrijkste tips voor goed flossen hebben we voor u op een rijtje gezet.
Tip 1. Overleg met tandarts of mondhygiënist voor het gebruik van flosdraad
Allereerst is het belangrijk om te bepalen of flossen voor u de beste mondverzorging is. Het middel moet namelijk passen bij de situatie in uw mond. Flosdraad is vooral geschikt als de tanden en kiezen heel dicht op elkaar staan. Overleg daarom met uw tandarts of mondhygiënist of flossen een goede keuze is. Ook moet u affiniteit hebben met het gekozen product. Is flossen niet uw ding en ziet u er iedere dag weer tegenop? Dan is de kans groot dat het potje flosdraad ongeopend op de wastafel blijft staan.
Tip 2. Wees niet zuinig
Voor iedere flosbeurt kunt u het beste 40-45 cm flosdraad gebruiken. Dat lijkt misschien veel, maar zo heeft u genoeg schoon draad om alle tanden en kiezen te reinigen. Het is niet voor niets dat de meeste rolletjes flosdraad 50 meter of langer zijn.
Tip 3. Houd flosdraad op de juiste manier vast
Sommige mensen knijpen flosdraad tussen hun vingertoppen. Deze positie kan ervoor zorgen dat de draad uit uw handen glijdt. Het is beter om de flosdraad om uw vingers te wikkelen zodat het makkelijker te hanteren is. Rol een groot stuk draad rond de middel- of wijsvinger van één hand, en een klein deel rond de middel- of wijsvinger van de andere hand. Als u middelvingers gebruikt, houdt u uw wijsvingers vrij om de flosdraad te bewegen. Bent u niet zo behendig? Vertel dit dan aan uw tandarts. Vaak is er een alternatief voor flosdraad dat beter bij u past.
Tip 4. Gebruik schoon flosdraad
Het is raadzaam om bij iedere tand of kies een schoon stukje flosdraad te gebruiken. Hiermee voorkomt u dat bacteriën en tandplak van de vorige tand worden meegenomen. Het afspoelen en hergebruiken van flosdraad wordt sterk afgeraden omdat er bacteriën achterblijven op de draad. Dit kan leiden tot infecties of andere mondproblemen.
Tip 5. Flos met de juiste beweging
Goed flossen gebeurt met een horizontale zaagbeweging, niet verticaal. Anders beschadigt het tandvlees. Hiervoor plaatst u de flossdraad voorzichtig tussen de tanden, tot net onder het tandvlees. Wanneer flossen het tandvlees aantast en u pijn voelt, gaat u te ver. Trek de draad nu zachtjes, met een zagende beweging, van het tandvlees naar de snijrand. Herhaal dit bij iedere tand of kies.
Tip 6. Neem de zijkanten mee
Hoewel flossen vooral bedoeld is om tussen de tanden en kiezen te reinigen, is het belangrijk om ook de zijkanten mee te nemen. Dat doet u zo: vouw de flosdraad bij de tandvleesrand in een C-vorm tegen de tand. Beweeg het garen op en neer, waarbij u zachtjes over de zijkant van elke tand wrijft.
Optimaal flossen kunt u leren
Flosdraad is een moeilijk product. Geef dus niet op als het niet in één keer lukt. Krijgt u het niet onder knie? De tandarts of mondhygiëniste kent de techniek en legt met aandacht uit hoe flossen werkt. Ook als u twijfelt of u het op de juiste manier doet, of als u niet weet hoe vaak flossen nodig is, is het slim om het eens na te vragen. De mondhygiëniste kan meekijken en u aanwijzingen geven hoe het nog beter kan.